10. Lu / het Optreden


Het Optreden betekent enerzijds de juiste manier van zich te gedragen. Boven is de hemel, de vader, beneden het meer, de jongste dochter. Dat toont het onderscheid tussen hoog en laag, dat de grondslag vormt voor de juiste manier van optreden in de samenleving. Optreden kan echter ook beteken: ‘op iets treden’. Het kleine, ‘Blijmoedige’, treedt hier op het grote ‘sterke’. De bewegingsrichting van beide oertekens is naar boven; zij gaan dus dezelfde kant op – wat het sterke zou knnen kwetsen. Dat het sterke op het zwakke treedt, is iets vanzelfsprekends, dat in het Boek der Veranderingen niet in het bijzonder wordt vermeld. Het treden van het zwakke op het sterke is hier echter niet gevaarlijk, daar het in blijmoedigheid (vrolijkheid) geschiedt, zonder aanmatiging, zodat de sterke er zich niet over ergert, maar het zich goedmoedig laat welgevallen.
www.itjing.nl

HET OORDEEL

Treden op de staart van de tijger.
Hij bijt de mens niet. Welslagen.

De situatie is eigenlijk moeilijk. Het sterkste en het zwakste zijn vlak bij elkaar. Het zwakke gaat achter het sterke aan, en bezorgt het last. Maar het sterke laat het zich niet welgevallen en doet het zwakke geen kwaad, want het contact is blijmoedig en niet kwetsend.
Er doen zich in het leven situaties voor waarin men te maken krijgt met mensen uit een ander milieu. In zo’n geval is het gewenst in zijn optreden de goede toon te bewaren. Goede, aangename omgangsvormen hebben succes, ook tegenover prikkelbare mensen.
www.itjing.nl

HET BEELD

Boven de hemel, beneden het meer:
het beeld van het Optreden.
Zo onderscheidt de edele hoog en laag
En daardoor versterkt hij de geest van het volk.

Hemel en aarde vertonen een hoogteverschil, dat uit de aard van hun wezen voortvloeit en daarom geenszins door jaloezie wordt vertroebeld. Zo moet er ook onder de mensen verschil zijn in rang en stand. Een algehele gelijkheid is onmogelijk door te voeren. Het gaat er echter om dat deze verschillende rangen in de menselijke maatschappij niet willekeurig en onrechtvaardig verdeeld mogen zijn, want dan zijn naijver en klassenstrijd het onvermijdelijke gevolg. Als daarentegen de uiterlijke verschillen in rang door een innerlijke grond gerechtvaardigd zijn, en innerlijke waardigheid de maatstaf voor de uiterlijke rang is dan hebben de mensen er vrede mee en de maatschappij komt in goede banen.

Scroll naar boven