De Chinese naam van het teken heeft met een lichte verandering van de klemtoon een dubbele betekenis: enerzijds het (be)schouwen, anderzijds het gezien worden, het voorbeeld, de schouw (show). Deze gedachten worden gesuggereerd door de omstandigheid dat het teken kan worden opgevat als het beeld van een toren, zoals deze in het oude China vaak voorkwamen. Van zulke torens had men naar alle kanten een wijd uitzicht, en omgekeerd was zulk een toren op een berg van verre zichtbaar. Zo wordt dan door het teken een heerser aangeduid die naar boven de wet van de hemel, en naar beneden de zeden van het volk opmerkzaam gadeslaat, en die met zijn goede regering een verheven voorbeeld voor de massa is. Het teken hoort bij de achtste maand (september-october). De lichte kracht trekt zich terug, de donkere is weer aan het opkomen, doch dit aspect speelt geen rol bij de interpretatie van het hexagram in zijn geheel.
HET OORDEEL
De Beschouwing (Contemplatie).
De wassing is geschied, maar het offer is nog niet gebracht.
Vol vertrouwen zien zij naar hem op.
De offerhandeling in China begon met een wassing en een plengoffer, waardoor de Godheid werd aangeroepen. Daarna werden de offers aangeboden. Het tijdstip tussen de beide handelingen is het heiligste, het ogenblik van de hoogste innerlijke concentratie. Als de vroomheid vol oprecht geloof in God is, zal de aanblik daarvan op hen die er getuige van zijn, transformerend werken en hen met eerbied vervullen. Zo ziet men in de natuur een heilige ernst in de regelmaat waarmee alle natuurverschijnselen zich voltrekken. De beschouwing van de goddelijke Zin van het wereldgebeuren doet de man die geroepen is om invloed uit te oefenen op de mensheid de middelen aan de hand om dezelfde werkingen teweeg te brengen. Daarvoor is innerlijke concentratie nodig, zoals de religieuze contemplatie die teweegbrengt in mensen die groot zijn en sterk in hun geloof. Daardoor krijgen zij een inzicht in de geheimzinnige, goddelijke levenswetten, en weten ze deze door de hoge ernst van hun innerlijke concentratie in hun eigen persoonlijkheid te verwezenlijken. Zo gaat er van hun aanblik een geheimzinnige geestelijke kracht uit, die op de mensen werkt en hen onderwerpt zonder dat ze er zich van bewust worden hoe dat in zijn werk gaat.
HET BEELD
De wind waait over de aarde: het beeld van het Schouwen.
Zo bezochten de oude koningen de streken van de wereld.
Zij beschouwden het volk en onderrichtten het.
Als de wind over de aarde waait, komt hij overal, en het gras moet zich buigen voor zijn macht. Deze beide processen vinden in dit teken hun bevestiging. Ze werden in werkelijkheid omgezet in de instellingen van de koningen van de oudheid, die zich enerzijds door geregelde reizen een blik op hun volk verschaften, waarbij niets van wat als zede in het volk leefde hun kon ontgaan, en die daarbij anderzijds hun invloed gebruikten om de zeden, die niet juist waren, te veranderen. Het geheel wijst op de macht van een superieure persoonlijkheid. Zulk een persoonlijkheid zal een helder inzicht hebben in de werkelijke gevoelens van de grote massa, zodat men hem niet zal kunnen bedriegen; anderzijds zal hij door zijn tegenwoordigheid alleen al zulk een indruk op hen maken dat ze zich naar hem richten als het gras naar de wind.