33. T’oen / de Terugtocht


De kracht van het donkere is aan het opkomen. Het lichte trekt zich ervoor terug op een veilige plaats, waar geen duistere invloed kan doordringen. We hebben bij deze terugtocht niet te maken met menselijke willekeur, maar met de wetten van het natuurgebeuren. Daarom is in dit geval de terugtocht de juiste wijze van handelen, die de krachten niet uitput.
Als maandteken hoort het hexagram bij de zesde maand (juli-augustus) waarin de winterkrachten reeds weer hun werking beginnen te vertonen.
www.itjing.nl

HET OORDEEL

De Terugtocht. Welslagen.
In het kleine is standvastigheid bevorderlijk.

De verhoudingen zijn zo dat de vijandelijke krachten, door de tijd begunstigd, aan het oprukken zijn. In dit geval is de terugtocht het beste wat men doen kan, en juist door de terugtocht heeft men succes. Het succes bestaat daarin dat men de terugtocht op de juiste manier vermag uit te voeren. Men mag terugtocht niet verwarren met vlucht, die alleen bedacht is op redding tot elke prijs. Terugtocht is een teken van kracht. Men mag het juiste moment niet laten voorbijgaan zolang men nog niet in het volle bezit van zijn kracht en zijn positie is. Men is dan in staat, de tekenen des tijds te verstaan vóór het te laat is en een voorlopige terugtocht te verkiezen boven een vertwijfeld gevecht op leven en dood. Zo ruimt men ook niet zonder meer het veld voor de tegenstander, doch men bemoeilijkt hem het voorwaarts gaan door in de details nog steeds vastberadenheid aan den dag te leggen. Op deze manier bereidt men in de terugtocht reeds de ommekeer voor. Het is niet zo gemakkelijk de wetten van zulk een actieve terugkeer te begrijpen. De zin die in zulk een tijd verborgen ligt is van grote betekenis.
www.itjing.nl

HET BEELD

Onder de hemel is de berg:
Het beeld van de Terugtocht.
Zo houdt de edele de gemenen op een afstand,
Niet toornig, maar beheerst.

De berg verheft zich onder de hemel, maar het ligt in zijn natuur dat hij ten slotte blijft staan. De hemel daarentegen trekt zich van hem terug in de hoge verten, zodat hij onbereikbaar blijft. Dat is het symbool voor de wijze waarop de edele zich tegenover de omhoog komende gemene man gedraagt. Hij trekt zich terug in zijn eigen gedachtenwereld als de gemene man nadert. Hij haat hem niet; want haat is een vorm van innerlijk deelhebben, waardoor men zich met het voorwerp van de haat verbindt. De edele toont zijn kracht (hemel) doordat hij de gemene man door zijn bezadigdheid tot stilstand brengt (berg).

Scroll naar boven