Dit hexagram geeft weer hoe het donkere principe zich heimelijk en onverwachts van binnen en van onderaf weer indringt, nadat het reeds verdreven was. Het vrouwelijke komt uit eigen beweging de mannen tegemoet. Dat is een gevaarlijke en weinig gunstige situatie vanwege de mogelijke consequenties; men dient deze dus tijdig te onderkennen en daardoor te vermijden. De vijfde maand staat in dit teken, daar met de midzomer het donkere principe gaandeweg weer omhoog begint te komen.
HET OORDEEL
Het Tegemoetkomen. Het meisje is machtig.
Met zulk een meisje moet men niet trouwen
Het omhoogkomen van het gemene wordt hier getekend in het beeld van een brutaal meisje, dat zich lichtzinnig prijsgeeft en daardoor de macht in handen krijgt. Dat zou niet mogelijk zijn als het sterke en lichte het van zijn kant niet eveneens tegemoet kwam. Het gemene ziet er zo onschuldig en zo vleiend uit dat men er plezier in heeft. Het lijkt zo klein en zo zwak dat men meent er onbezorgd mee te kunnen schertsen.
Zo komt ook de gemene mens slechts daardoor omhoog dat de edele hem voor ongevaarlijk houdt en hem macht verleent. Als men van het begin af aan tegen hem op zou treden, zou hij nooit invloed kunnen uitoefenen.
Toch heeft de tijd van het Tegemoetkomen ook nog een andere kant, die men wel onder het oog moet zien. Al mag het geen regel zijn dat het zwakke het sterke tegemoet komt, er zijn toch tijden waarin dit van grote betekenis is. Als hemel en aarde elkaar tegemoet komen, gedijen alle schepselen. Als vorst en helper elkaar tegemoet komen komt de wereld in orde. Wederzijdse toenadering is noodzakelijk bij voor elkaar bestemde en op elkaar aangewezen principes. Men moet alleen vrij zijn van onreine bijgedachten, anders is het uit den boze.
HET BEELD
Onder de hemel is de wind:
Het beeld van het Tegemoetkomen.
Zo handelt de vorst bij het verbreiden van zijn bevelen
En de verkondiging ervan naar de vier windstreken.
De situatie lijkt op die in hexagram 20, Kwan, het Schouwen. Daar waait de wind over de aarde, hier waait hij onder de hemel. In beide gevallen komt hij overal. Maar terwijl ginds de wind laag over de aarde streek als symbool van de heerser, die kennis neemt van de toestanden in zijn koninkrijk, waait hier de wind van boven en symboliseert hij de invloed die de heerser door zijn bevelen uitoefent. De hemel is ver van de dingen der aarde, maar hij brengt ze in beweging door de wind. De heerser staat ver van het volk, maar hij brengt het in beweging door zijn bevelen en wilsuitingen.