Twéi is evenals Soen een der acht dubbele trigrammen. Twéi is de jongste dochter, heeft als beeld de glimlach van het meer, als eigenschap de vreugde. De vreugde berust niet, zoals men misschien zou kunnen denken, op de weekheid die zich in de bovenste lijn openbaart. De eigenschap van het weke (ofwel donkere) principe is niet vreugde, maar zwaarmoedigheid. De vreugde komt hier van de binnenste (onderste) twee sterke lijnen, die zich uiten door middel van de buitenste (bovenste) weke lijn. Ware vreugde berust dus op de innerlijke aanwezigheid van vastheid en kracht, die naar buiten zacht en mild optreedt.
HET OORDEEL
Het Blijmoedige. Welslagen. Gunstig is standvastigheid.
De vrolijke stemming werkt aanstekelijk, daarom heeft ze succes. Maar de vreugde heeft als grondslag de bestendigheid nodig, anders ontaardt ze in onbeheerste pret. Waarheid en kracht moeten in het hart wonen, terwijl de mildheid in de omgang met de buitenwereld aan den dag treedt. Op deze manier heeft men de juiste instelling jegens God en jegens de mensen en bereikt men iets. Door louter intimideren, zonder mildheid, kan men onder bepaalde omstandigheden voor het ogenblik misschien wel iets bereiken, maar niet op den duur. Wanneer men daarentegen door vriendelijkheid de harten der mensen wint, dan bewerkt men dat ze alle moeilijkheden graag op zich nemen, ja zelfs voor de dood niet terugschrikken, wanneer het zijn moet. Zo veel kracht heeft de vreugde over de mensen.
HET BEELD
Op elkaar berustende meren: het beeld van het Blijmoedige.
Zo komt de edele samen met zijn vrienden
Voor bespreking en instudering.
Een meer verdampt naar boven en droogt daarom gaandeweg uit. Als echter twee meren met elkaar in verbinding staan, drogen zij niet zo licht uit, daar het ene het andere voedt. Zo is het ook op wetenschappelijk gebied. De wetenschap moet een verfrissende en opwekkende kracht zijn. Dat kan zij alleen worden door de stimulerende omgang met gelijkgezinde vrienden, met wie men zich beraadt en zich oefent in de toepassing der levenswaarheden. Zo wordt het weten veelzijdig en krijgt het een blijde lichtheid, terwijl het weten der autodidacten altijd iets zwaarwichtigs en eenzijdigs houdt.