Het bovenste oerteken, met als beeld de hemel, heeft de bewegingsrichting naar boven, het onderste oerteken, ‘water’, is overeenkomstig zijn natuur naar beneden gericht. De bewegingsrichtingen van de beide helften gaan uit elkaar, dat wekt de gedachte aan verwijdering, aan strijd op.
De eigenschap van het Scheppende is de kracht, die van het Onpeilbare is het gevaar, de arglist. Waar list geweld tegenover zich heeft, daar ontstaat strijd.
Ook binnen de grenzen van de menselijke persoonlijkheid zelf kan deze combinatie zich voordoen: gevaarlijke arglist naar binnen, onwrikbare vastberadenheid naar buiten. Een dergelijk karakter zal zeker strijdlustig zijn.
HET OORDEEL
De Strijd: je bent oprecht en wordt geremd.
Voorzichtig stilhouden halverwege brengt heil.
Tot het einde gaan brengt onheil.
Bevorderlijk is het de grote man te zien.
Niet bevorderlijk, het grote water over te steken.
Strijd ontstaat wanneer men het gevoel heeft in zijn recht te staan en op tegenstand stuit. Als men niet overtuigd is van zijn eigen goed recht leidt tegenstand tot arglist of onrechtmatig ingrijpen, maar niet tot openlijke strijd. Eenmaal in een strijd gewikkeld is het enige wat uitkomst kan brengen: krachtige bezonnenheid, die te allen tijde bereid is de onenigheid bij te leggen en de ander halverwege tegemoet te komen tot een vergelijk. Het is verkeerd de strijd tot het bittere einde uit te vechten, zelfs wanneer men gelijk zou krijgen, daar men op deze wijze de vijandschap bestendigt. Het is van belang de grote man te zien, dat wil zeggen een onpartijdig man, wiens autoriteit groot genoeg is om de strijd in der minne te schikken of rechtvaardig te beslechten. Anderzijds moet men het in tijden van onenigheid vermijden ‘het grote water over te steken’, dat wil zeggen gevaarlijke ondernemingen te beginnen, want daarvoor heeft men de samenwerking van alle krachten nodig, willen ze slagen. Inwendige strijd verlamt de kracht om het gevaar, dat van buitenaf dreigt, de baas te worden.
HET BEELD
Hemel en aarde verwijderen zich van elkaar:
Het beeld van de Strijd.
Zo overweegt de edele bij alles wat hij onderneemt
Zorgvuldig het begin.
Het beeld wijst erop dat de oorzaak van de strijd ligt in de bij voorbaat reeds bestaande tegengestelde tendensen van de beide delen. Zijn zulke tegenstellingen eenmaal aanwezig, dan is altijd strijd het noodzakelijke gevolg. Dit impliceert dat men om strijd te voorkomen in het allereerste begin zorgvuldig elke stap moet overwegen. Als rechten en plichten nauwkeurig zijn omschreven – als in een mensen-groep de geestelijke richting der individuele leden dezelfde is – dan is de oorzaak van de strijd bij voorbaat geÎlimineerd.