Dit hexagram is de evolutie van hexagram 11: T’ai, Vrede. De overgang uit de verwarring naar de orde is voltooid, en nu is ook elk detail op zijn plaats. De sterke lijnen bevinden zich op de sterke, de zwakke lijnen op de zwakke plaatsen. Dat is een zeer gunstig aspect. Toch geeft het te denken. Juist wanneer het volkomen evenwicht is bereikt, kan elke beweging ertoe leiden dat de toestand van orde wederom omslaat in wanorde. Overeenkomstig hun aard volgen de overige sterke lijnen de éne sterke lijn die naar boven is gegaan en de orde in de details volkomen heeft gemaakt: zo ontstaat dan plotseling weer het teken P’i, de Stilstand (hexagram 12). Het teken wijst dus op de verhoudingen van een hoogtepunt, die de uiterste voorzichtigheid noodzakelijk maken.
HET OORDEEL
Welslagen in het kleine. Bevorderlijk is standvastigheid.
In het begin heil, aan het eind verwarring.
De overgang van de oude naar de nieuwe tijd is reeds voltrokken. In principe is alles reeds geregeld. Slechts in detail valt nog succes te behalen. Daarbij komt het er echter op aan dat men steeds de juiste gezindheid weet te bewaren. Alles gaat zijn gang, als kwam het vanzelf. Dat brengt ons maar al te licht in de verleiding ons minder in te spannen en de dingen op hun beloop te laten, zonder zich om al de details te bekommeren. Deze onverschilligheid echter is de wortel van alle kwaad. Het onherroepelijke gevolg ervan is dat er zich tekenen van verval beginnen te vertonen. Hier wordt de regel opgesteld hoe de loop der geschiedenis pleegt te zijn. Maar deze regel is geen onvermijdelijke wet. Wie de zin ervan begrijpt zal in staat zijn door nooit verslappende standvastigheid en voorzichtigheid haar consequenties te vermijden.
HET BEELD
Het water is boven het vuur:
Het beeld van de toestand Na de Voleinding.
Zo is de edele op ongeluk bedacht
En wapent hij zich van daar tevoren tegen.
Als het water in de ketel boven het vuur hangt staan beide elementen met elkaar in verbinding, en daardoor wordt kracht geproduceerd (ontstaan van de stoom). De spanning die daardoor ontstaat maant echter tot voorzichtigheid. Loopt het water over, dan wordt het vuur uitgeblust en de energie gaat verloren. Is de hitte te groot, dan verdampt het water: het gaat op in de lucht. De elementen die hier met elkaar in verbinding staan en aldus kracht opwekken, zijn op zichzelf vijandig aan elkaar. Slechts door de uiterste voorzichtigheid kan men schade voorkomen. Zo zijn er ook in het leven situaties waarin alle krachten in evenwicht zijn en samenwerken, zodat alles volkomen in orde schijnt. Alleen de wijze onderkent in zulke tijden de momenten waarin gevaar dreigt, en hij weet het te bezweren door tijdig zijn maatregelen te nemen.