
Dit hexagram duidt een tijd aan waarin de overgang van wanorde tot orde nog niet voltooid is. De ommekeer is weliswaar reeds voorbereid, in zoverre dat alle lijnen van het bovenste trigram in relatie staan met die van het onderste. Maar zij zijn nog niet op hun plaats. Terwijl het vorige teken op de herfst gelijkt, die de overgang van de zomer naar de winter vormt, is dit teken te zien als de lente, die uit de verstarring van de winter naar de vruchtbare tijd van de zomer leidt. Met dit hoopvolle uitzicht besluit het Boek der Veranderingen.

HET OORDEEL
Vóór de Voleinding: Welslagen.
Als echter de kleine vos,
Wanneer hij de overtocht bijna heeft volbracht
Met de staart in het water komt,
Dan is er niets dat bevorderlijk zou kunnen zijn.
[dropcap]D[/dropcap]e situatie is moeilijk. De opgave is groot en verantwoordelijk. Het gaat om niets minder dan de wereld uit de verwarring terug te brengen tot de orde. Toch is het een opgave die succes belooft, aangezien er een doel aanwezig is dat de uit elkaar strevende krachten vermag te verenigen. Voorlopig moet men echter nog wat zachtjes en voorzichtig te werk gaan. Men moet een voorbeeld nemen aan een oude vos die over het ijs loopt, spreekwoordelijk. Hij luistert steeds naar het kraken en zoekt heel zorgvuldig en voorzichtig de veiligste plaatsen uit. Een jonge vos, die deze voorzichtigheid nog niet kent, is te driest en te haastig in zijn bewegingen. Dan kan het gebeuren dat hij in het water valt wanneer hij al bijna de overkant heeft bereikt en daarbij zijn staart nat maakt. Dan is alle moeite natuurlijk vergeefs geweest. Daarom is in tijden ‘vóór de voleinding’ voorzichtig overleg de eerste voorwaarde voor een goed resultaat.
HET BEELD
Het vuur is boven het water:
Het beeld van de toestand vóór de overtocht.
Zo is de edele voorzichtig bij de onderscheiding der dingen,
Opdat alles op zijn plaats komt.
[dropcap]A[/dropcap]ls het vuur, dat toch al naar boven dringt, boven is en het water, waarvan de beweging naar omlaag gaat zich beneden bevindt dan lopen hun werkingen uiteen en krijgen ze geen contact met elkaar. Als men een bepaald effect wil bereiken moet men eerst nagaan wat de natuur van de in aanmerking komende krachten is, en welke plaats hun toekomt. Wanneer men de krachten op de juiste plaats aanwendt hebben ze het gewenste effect en de voltooiing wordt bereikt. Maar om de uiterlijke krachten op de juiste wijze te kunnen aanwenden is het vóór alles nodig dat men zelf het juiste standpunt inneemt. Want alleen van daaruit kan men op de juiste wijze werken.