Dit teken is samengesteld uit Ken – het Stilhouden, de berg – en K’oen. De berg is de jongste zoon van het Scheppende, de hemelse vertegenwoordiger op aarde. Hij laat de zegeningen van de hemel – de wolken en de regen, die zich om zijn top verzamelen – rijkelijk neerdalen op de aarde, om dan te schitteren in een aureool van hemels licht. Dat toont wat bescheidenheid is, en hoe ze werkt in hoogstaande en sterke mensen. Bovenaan staat K’oen, de aarde. De eigenschap van de aarde is de nederigheid, maar juist daarom wordt ze in dit teken voorgesteld als verhoogd, namelijk hoog boven de berg. Dat toont de werking van de bescheidenheid bij nederige, eenvoudige mensen: ze worden erdoor verhoogd.
HET OORDEEL
Bescheidenheid bewerkt welslagen.
De edele brengt ten einde.
De wet van de hemel maakt het volle leeg en het bescheidene vol: als de zon op het hoogste punt staat neigt ze volgens de hemelse wet weer ten ondergang, en als ze het diepst onder de aarde is gaat ze een nieuwe opkomst tegemoet. Als de maan vol is neemt ze volgens dezelfde wet af, en als ze donker is, neemt ze weer toe. Deze hemelse wet komt ook tot uitdrukking in het lot van de mensen. De wet van de aarde is: van het volle af te nemen en aan het bescheidene toe te voegen: de hoge bergen worden door de wateren afgesleten, de dalen worden opgevuld. De wet van de noodlotsmachten is: aan het volle afbreuk te doen en aan het bescheidene geluk te schenken. Ook de mensen haten het volle en houden van het bescheidene.
De lotsbestemmingen volgen vaste wetten, die zich noodzakelijk moeten uitwerken. Maar de mens heeft het in eigen hand zijn lot gestalte te geven, naargelang hij zich door zijn gedragingen openstelt voor de zegenrijke of voor de destructieve krachten. Als de mens hoog staat en zich bescheiden betoont, straalt hij in het licht der wijsheid. Als hij een weinig aanzienlijke positie bekleedt en zich bescheiden betoont, kan hij niet onopgemerkt blijven. Zo gelukt het de edele zijn werk tot een goed einde te brengen, en hij beroemt er zich niet op wanneer het volbracht is.
HET BEELD
Binnen in de aarde is een berg:
Het beeld van de Bescheidenheid.
Zo vermindert de edele wat te veel is
En vermeerdert hij wat te weinig is.
Hij weegt de dingen tegen elkaar af en brengt ze
in evenwicht.
De aarde, waarin een berg verborgen is, ziet men haar rijkdom niet aan: het hoge van de berg dient tot het nivelleren van de diepten. Zo vullen hoog en laag elkaar aan, en het resultaat is de vlakte. Als beeld van de bescheidenheid geldt hier de omstandigheid dat iets wat lange tijd nodig heeft gehad om tot stand te komen, d·n heel natuurlijk en gemakkelijk lijkt. Zo doet de edele als hij orde schept op aarde. Hij nivelleert de sociale contrasten, die een bron van onenigheid zijn, en schept daardoor rechtvaardige en gelijke verhoudingen.*
*: Dit hexagram vertoont een reeks paralellen met de leringen van het Oude en het Nieuwe Testament. Bijvoordbeeld:
‘En wie zichzelven verhogen zal, die zal vernederd worden,
en wie zichzelven zal vernederen, die zal verhoogd worden.’
‘Alle dalen zullen verhoogd worden en alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden, en wat krom is dat zal recht en wat hobbelig is, dat zal tot een vallei gemaakt worden.’
“God weerstreeft de hovaardigen, maar de deemoedigen geeft hij genade.’
Ook het Laatste Oordeel in de Parsische religie vertoont soortgelijke trekken. En in verband met de laatste der hier aangehaalde spreuken zou men kunnen wijzen op de Griekse opvatting over de jaloezie der goden.